Op 29 januari 2023 verkozen tot Stadsdichter van Enschede!
Arthur Adam ten Cate
Hoe moet het voor de draak geweest zijn
dat het land waarin zij vreedzaam leefde
plotseling door mensen werd geclaimd
Daar was ze, één met de natuur,
De gemeente is een reusachtig land
vol uithoeken, onkenbaarheid
Heerlijk plat en uitzichtloos
en niet te overzien
We vertrokken naar waar groener gras
was, beloofd land en zon en strand was
Om voluit elke dag te plukken, genoten
dagelijks de dag aan stukken
Steentjes
De straten
liggen er hobbelig bij
versleten
Er moesten bomen uit mijn tuin en
wortels uit de grond, over de erfgrens.
Ik legde ze bloot, de buurman hakte ze
met een bijl aan stukken.
Wil je zien hoe de stad ademt
negeer de stenen dan, de stad is
mensen en wat ze willen temmen:
Bomen, wortels en natuur
Op weg naar werk passeer ik velden
waarop vrouwen zich in weer en wind
lopen uit te sloven, sprintjes trekken
Oefeningen in balvaardigheid
Ik liep mijn oren open
aan de randen van de stad
Hoorde vogels, zaagmachines
en de ruis van het verkeer
Toen ik jong was hing mijn moeder
rond deze tijd de lakens binnen.
“Er wordt gemest”, ik rook het best,
maar wist niet beter, vond het een
Om te vieren dat we vasten
konden we niet vroeg genoeg
met zondigen beginnen
Even niet bezinnen, slechts bezingen
Ik zoek naar schoonheid en ik vind haar
overal: in mooie plekken die we kennen
(Oude Markt, het Ei), maar ook juist
in wat rafelig of onvolkomen is
Vanaf dag één, waarop de huizen
onder poedersuikerdaken lagen
Langs grand dessert voor kerst
tot vuurwerkdag de eenendertigste -
Als stadsdichter mocht ik in het kader van De Stadsherberg een “soepverhaal” voordragen: elke dag van de Stadsherberg (21-23 december) was er om 16u soep, met een live verhaal. Ik wilde graag zelf iets op maat maken, dus ik schreef een ontstaansgeschiedenis van van alles, maar voornamelijk van het soep.
Dit gedicht schreef ik voor Orange the World, een wereldwijde manifestatie tegen geweld tegen vrouwen. In het kader daarvan was er een openbare bijeenkomst met lezingen bij de Enschedese bibliotheek, eind november '23
November staat ons stadje goed
Alsof de volksaard zichtbaar wordt
in uitgeblazen wolkjes lucht
in winterjassen, sjaals en rust
Om de stad, en daaromheen:
bomen, gras en maïs
Zo is de wereld hier, de wereld
ademt met seizoenen mee
(geschreven n.a.v. de opening van de kinderbibliotheek in Prismare, Enschede)
Een boek is helemaal geen boek
Een boek is niet eens van papier
Elke stad heeft wat te doen
maar welke stad heeft wat te bieden?
Is er leven, is er bruis?
Is er stof tot groei en gruis?
Glanerbeek. Natuur in aanbouw
Wadi's overal, die zachtjes
zingen dat het water komt
Later als we groot zijn
Noorderhagen zesenveertig
heeft geen deur, geen brievenbus
alleen maar hekken, puin en stof
en dansvloer, toekomst en verleden
Ooit komen we samen
om te beleven wat we delen
door als mens te bestaan
in een wereld die er ook al
Dit gedicht werd geschreven ter gelegenheid van de WAK (Week van de AmateurKunst) in Enschede
Hier gebeurt iets.
Noem het kunst, noem het liefde
Als de balts niet is geslaagd
paringsdans eenzijdig afgewezen
is er toch nog altijd vlees: de muur
Waar beneveld en te laat contact
In de maand van nieuw geluid
moeten we vooruit
maar ook herinneren
Herinner mei, de stad, de brand
Toen de bomen nog
tot aan de hemel reikten
mogelijkheden onbegrensd
hadden we een zee op fietsafstand
We verschillen allemaal
maar niet zo heel erg veel
Voorbij elke politieke kleur
zijn er waarden die we delen
Wie twijfelt aan de kracht van poëzie
is nog nooit in Glanerbrug geweest
Rafelige idylle, aan de grens
verankerd volkswijkboerendorp
Er zijn hier paden
waar ik eigenhandig
- met mijn wielen dan -
de weg heb uitgesleten
Bezien we onszelf, terug in de tijd
Textielstad zonder identiteit
Eindpunt, met een uitgeteerd hart
Een doodlopende weg als stad