Gedichten van Arthur Adam ten Cate

1 jaar na 7 oktober

Hoe moet het voor de draak geweest zijn
dat het land waarin zij vreedzaam leefde 
plotseling door mensen werd geclaimd
Daar was ze, één met de natuur,
steeds verder weggedrukt, wanhopig,
uitgeroeid. De prins die haar ten slotte 
doodde werd als held onthaald

Die sprookjesstrijd is dagelijkse kost
in de krantenwerkelijkheid: ver weg
- en best dichtbij - bevechten prins en 
draken elkaar gruwelijk en tot de dood
Ze slaan steeds harder terug dan 
dat ze zelf geslagen zijn
En aan deze kant van wat we lezen
is er relatieve rust: hier zijn de draken 
weggepoetst. Zelfs een wolf is al te wild

Maar ook hier loopt dwars door onze 
stadse lijnen strijd, van Prinsestraat tot 
Kuipersdijk, in elke klas besproken en 
verzwegen. Een spiraal die ons ook hier 
aan de andere kant van het papier 
gevoed met bloed, elkaar 
met scheve ogen aan doet kijken

Iedereen weet wat goed en kwaad is
ergens troebel, diep van binnen
Niemand weet nog
wie de prins is, wie de draak

Arthur Adam ten Cate

Arthur Adam ten Cate