Om te vieren dat we vasten
konden we niet vroeg genoeg
met zondigen beginnen
Even niet bezinnen, slechts bezingen
onze zinnen en de onzin, simpel rijm
Zo omarmen wij het ongerijmde
Twaalf dagen carnaval
Twaalf dagen hoorngeschal
Van jodeli jodeli ja ja jaaaaa
We dansten, vierden onze teugels en
het leven, we kropen uit ons hoofd
waarin we al teveel donkere dagen
eenzaam hadden doorgebracht
Zo betraden we het narrenschip
waar alles mag, zolang de spot
er maar op schijnt en wij verkleed
onszelf even thuis mochten laten
Kanonnen in de Krekkelstadse straten
De verlichte tocht van Twekkelerveld
De kale charme van 't Broesend Dorp
Het was er feest, en nu het einde: as
En nu het carnaval geluwd is
geluid verstomd, de vaten leeg
komt de lente, blijft de liefde
De natuur verkleedt zich
maakt zich klaar voor bloemen, bijtjes
paarseizoen: genoeg te vieren
Het gaat niet om wat we zingen
maar om dát we zingen, en de lente
Sneeuwklokje, mag ik je krokussen?
Arthur Adam ten Cate