Gedichten van Arthur Adam ten Cate

Exit, 1996

Noorderhagen zesenveertig
heeft geen deur, geen brievenbus
alleen maar hekken, puin en stof
en dansvloer, toekomst en verleden
Met mijn blote handen graaf ik 
mijn herinneringen op

Omdat er nu geen muren meer
mijn blik op het verleden stoppen
zie ik mezelf nog drinken, dansen 
ogen dicht en tot de bodem
Hopend dat ik ooit gezien word 
zoals ik zelf hoop te zijn

Een muzikant in wording en
in dromen, feilloos airguitar
die alle maatsoorten van progrock
Tool en grunge weet mee te bangen 
glimmend, badend in het zweet 
en enthousiasme

Aan de Noorderhagen, thuis voor 
droeve jongens met lang haar 
en wilde meiden met karakter 
en alles wat daar tussen zat
Vrijheid tussen muren die er 
nu dus niet meer staan

Ik denk dat mijn dna
nog op de dansvloer daar
terug te vinden is
zoals het dna van daar
zich vastgetatoeerd heeft
aan het mijne

Zonder daar was ik mezelf 
niet geweest of nooit geworden
Ik zie mezelf nog zweten, dansen
ogen dicht en tot de bodem
Hopend dat ik ooit gezien werd 
zoals ik zelf hoopte te zijn
 

Arthur Adam ten Cate

Arthur Adam ten Cate