Gedichten van Arthur Adam ten Cate

Het Apebos

De gemeente is een reusachtig land
vol uithoeken, onkenbaarheid
Heerlijk plat en uitzichtloos 
en niet te overzien

Vol verrassingen, zelfs in wat je kent: 
Honderd rondjes met de hond 
of met gesprek of met gedachten 

Dwalend door je broekzak 
ken je elke boom
en ook weer niet, alsof 
ze elke dag verwisselen

 

Mijn broekzak - voor een frisse neus 
en natte voeten - noem ik het Apebos
omdat ik me voorstel dat er gibbons 
aan lianen tussen bomen vliegen
soms wat bavianen komen drinken
in het vennetje dat in het midden ligt 

Ze zijn er niet, zo goed ken ik ‘t bos 
maar ik heb mijn stukje om te aarden 
te kalmeren, weg te dromen

Ik ken het en ik ken het niet
als een geliefde, zo dichtbij 
Zo ken ik mijn stad 
en zo ken ik haar niet
 


P.S. Het Apebos ligt ingeklemd tussen Euregioweg en Glanerveldweg
 

Arthur Adam ten Cate

Arthur Adam ten Cate