Bezien we onszelf, terug in de tijd
Textielstad zonder identiteit
Eindpunt, met een uitgeteerd hart
Een doodlopende weg als stad
Valt de veerkracht op, die telkens
Bloeit als de stad dreigt te verwelken:
Toen de markt de vezels van hier verdreef
Enschede uitgekleed achterbleef
De dichter bezong toen met zielepijn
De plek waar geen mens zou willen zijn
Nu bruist de stad in honderd talen
Trots, divers en vol verhalen
Zelfs toen de burchten van de nijverheid
Met een klap door de stad werden verspreid
Richtte Enschede zich op, bedroefd, verwond,
Maar niet verslagen, in de kern gezond
De tijd heeft het spookbeeld nu ontkracht
Maar Wilmink toch saluut gebracht
De V&D failliet, en die boelevart
Loopt niet meer door ons kloppend hart.
Arthur Adam ten Cate