Om de stad, en daaromheen:
bomen, gras en maïs
Zo is de wereld hier, de wereld
ademt met seizoenen mee
De bomen mogen blijven staan
Het gras wordt kortgehouden
Hoe het maïs erbij staat zegt
hoe laat het in het jaar is
Grof geschoren: begin oktober
Het landschap metamorfoseert
De stoppelvelden kondigen
de Twentse herfst en winter aan
Als Twente prachtig desolaat
veilig en verstild en koud
maanden op de lente wacht
Ik voel de wind al strelend snijden
En net als ik
de romantische poëet in mij
voel opkomen
en denk dat ik
de ziel van de streek
in gedachten over groengeel goud
gevangen heb:
Wat doet dat spul eigenlijk hier?
Mijn moeder zei "Da's niet voor mensen
en het veld is vol gevaren"
Ik bleef weg, gefascineerd
Dat ben ik nog steeds, ontroerd zelfs
maar ik concludeer alsnog:
In onze Twentse kern zijn wij
helaas een veevoerkwekerij
(Zo is ook dit gedicht
ten slotte grof geschoren)
Arthur Adam ten Cate