Gedichten van Arthur Adam ten Cate

Stoppels

Om de stad, en daaromheen:
bomen, gras en maïs 
Zo is de wereld hier, de wereld 
ademt met seizoenen mee 

De bomen mogen blijven staan
Het gras wordt kortgehouden
Hoe het maïs erbij staat zegt
hoe laat het in het jaar is

Grof geschoren: begin oktober
Het landschap metamorfoseert
De stoppelvelden kondigen
de Twentse herfst en winter aan

Als Twente prachtig desolaat
veilig en verstild en koud 
maanden op de lente wacht
Ik voel de wind al strelend snijden

En net als ik 
de romantische poëet in mij 
voel opkomen 
en denk dat ik
de ziel van de streek
in gedachten over groengeel goud
gevangen heb:

Wat doet dat spul eigenlijk hier?
Mijn moeder zei "Da's niet voor mensen
en het veld is vol gevaren"
Ik bleef weg, gefascineerd

Dat ben ik nog steeds, ontroerd zelfs
maar ik concludeer alsnog:
In onze Twentse kern zijn wij
helaas een veevoerkwekerij 


(Zo is ook dit gedicht 
ten slotte grof geschoren)

Arthur Adam ten Cate

Arthur Adam ten Cate