Gedichten van Dick Schlüter

Roelof

De dijkgraaf met het petje. 
Hij was geen edelman,
maar wel een soort burgemeester
die uit de Middeleeuwen voortkwam.
De heemraden waren zijn wethouders.

De man – weer geen vrouw – die
in maart komt, heeft zich dus al jaren
warm gelopen. Petje op en kleurige
sokken aan, waarmee in de rivierklei
is gesopt of even languit op 't bureau.

't petje ging af, boven mooie pakken.
Door de vrouwelijke dijkgraven
werd hij ooit verkozen tot best
geklede collega in Nederland.
Zo'n titel koester je voor eeuwig!

Altijd sneldenkend en daardoor
wel eens in gedachten verzonken
met als gevolg een onbeantwoorde
groet of het vergeten van laptop,
mobiel, sjaal of – inderdaad – zijn petje.

Als stadsdichter roep ik u als burgers
alvast op bij vondst van vergeten
voorwerpen van onze burgemeester,
deze af te geven op het gemeentehuis.
Nu al petje af voor de eerlijke vinders.

De gemeenteraad had overigens ooit geen
hoge pet op over zijn declaratiegedrag;
een vlekje. En hoe zal deze rasbestuurder
indruk maken bij visite aan 100-jarigen?
Naast `meester' het burgerVADERschap?

Op de fiets zal hij langs ons gaan karren
want met auto's heeft hij niet veel op,
of ze moeten elektrisch aangedreven zijn.
Eén sector heeft al een hoge pet van hem
omdat hij wat met kunst en cultuur heeft.

De ex-student UT, die als raadslid en PvdA-
wethouder Roombeek en `t muziekcentrum
vorm gaf, om daarna vlieguren te maken als
dijkgraaf en CvB-er heeft – samen met Els -  
weer voor ons gekozen. Roelof, petje af!

9e Stadsdichter van Enschede

Dick Schlüter

Dick Schlüter