Rond een verdronken kerktoren
zit leergier gebogen en gebald.
Schappers scheppen er weten
van pi tot het naadje van nano,
zijn herkenbaar aan het tik-eelt
op hun vingertoppen, de beamervlijt.
Terwijl neuten maaksels fabrieken
van priegel-klein tot `plant'-groot.
Zij reiken ontwerpen aan, tonen
een glimp toekomst die bouwers
kunnen vastgrijpen. Het gaat hen
om de daadkracht van de dingen.
De sofen vragen de schappers
rekening te houden met de schalen
van eieren, de schillen van bananen.
Datgene waar de oude Grieken
zich al `t hoofd over braken omdat
iedere waarheid een achterkant heeft.
De sofen vragen de neuten
na te denken over dat hun dingen
om een handelwijze vragen. Zoals
het plastic bekertje dat wil worden
weggegooid, terwijl een naambeker
vraagt om te worden afgewassen.
En de gezellen? Zij drommen samen
om woorden, formules, modellen,
op te slaan, de zegen te ontvangen
om groene reservaatrokken te verruilen
voor de wereldbol. Om een mateloze
toekomst blijmoedig te gaan torsen.
Dick Schlüter