het dunste lijntje maneschijn
zit klem tussen het Wilminkplein
en die vals bescheiden straat
van de stilgevallen Bannink
als Orion iets blauwer kleurt
en de lucht naar chocolade geurt
vind je zittend op z'n bankje
een man met zware bril
hij stelt zich aan je voor als Aart
terwijl je naar de stenen staart
die openen - compleet met trap -
knarsend aan je voeten
nieuwsgierig daal je samen af
naar een eindeloze zomerdag
waar bonte wezens liedjes zingen
die je ergens was verloren
Aart wijst trots de speeltuin aan
waar al je oude vrienden staan
gevangen in een warme
van sepia doortrokken gloed
onthoud dit goed, fluistert Aart
als je nostalgisch slapen gaat
word dan wakker in het heden
of één met je verleden
Voor Aart Staartjes (1938 - 2020).
Jos Eertink