Gedichten van Lidwiene Vermeij

Nieuw Rozendaal

In de achtertuin van de stad
waar Enschede het groen bewaarde,
waar oude gebouwen vergeten zijn,
dwaalt nog een schaduw van de textiel.

Een weefgetouw in een donkere
hoek van het verleden weven mannen
lange doeken, naast de schapen
in de keuken spinnen vrouwen wol.

De fabrieksbel luidt, de huizen uit.
Vaders, moeders, kinderen met
grauwe huid van straat en mens tot
mechaniek in de koude hallen

waar óórverdovend geratel klinkt:
Geen géld/geen brood/geen géld/geen brood.
Hongerige monden zwijgend
tussen glorie en vooruitgang.

Rozendaal, als nieuw herboren,
plaats van een industrieel verleden.
Opbouw daar doorheen
in eenheid van kunst en wonen.

Ter gelegenheid van een bezoek van de bouw van nieuwe kunstenaarsateliers in de wijk Roombeek.

Lidwiene Vermeij

Lidwiene Vermeij