“Wanneer gaan we?”
“Morgen.”
Morgen moet nog gebeuren.
En wat er nu gebeurt, wist je een seconde geleden nog niet.
Soms lijkt het wel: De Toekomst is Nu.
Je kan vooruit denken, plannen en je gaat er altijd vanuit
dat er nog een morgen is.
Maar wat als het een keer ophoudt?
“Maar ik kan niet wachten tot morgen!”
Soms wil je dat het al zo ver is.
Soms wil je dat het nooit ophoudt.
En soms ben je bang dat je tijd te kort hebt.
Je wilt in de tijd kunnen reizen.
Maar bijna iedereen zal een andere reden hebben.
Mensen denken wel eens: Dit gaat wel een keertje over.
Over een paar dagen stopt het.
“Wees nou eens rustig!”
“Maar ik wil NU gaan!”
Je ergert je eigenlijk altijd al aan de tijd.
Je komt soms te laat en soms te vroeg.
Maar soms is tijd ook wel je beste vriend.
Laat tijd het gewoon oplossen en wacht af.
In de toekomst kun je nog verbeteren, maar doe dat dan
op het juiste moment.
“Jeej, het is zover! We zijn er bijna!”
Als het eindelijk zover is, waar je zo lang op hebt gewacht,
of waar je niet zo lang op hebt gewacht maar die paar dagen
of uren leken wel eeuwen, dan wil je niet meer terug.
En wordt tijd weer je grootste vijand.
Sara Mikula