Op zaterdag 15 mei werd Dick Schlüter in theater De Kleine Willem verkozen tot 9e stadsdichter van Enschede, voor een periode van 2 jaren (2021-2023).
Dick Schlüter
verhaal dat op hol is geslagen.
Ooit aankleding regentenkamers,
daarna geldbelegging en mooie
museale onbetaalbare illustraties
heidense leegte, zompige grond
waar schadden werden gestoken.
En een lange mulle kronkel van
de Eschpoort, door 't Glanerveld,
blijven de lippen boven water?
Vragen die menigeen zich stelt.
Intussen stroomt het geld op de
tekeningen van Carlijn Kingma
zijn vele kleine plekken
waar vaak al vele jaren
groepen samenkomen
in een verbondenheid
wonen onze buren. Driewerf
voorbij is die goede oude tijd
toen alles slechter was. Soms
kent nabuurcontact droogte
wat is dan de monumentale
bodem? Datgene waar ogen
groot van worden of waarvan
het hart op de tong tekeer gaat.
kanten, rafelranden? Is een heg
daar niet verbonden met een steg
of een hot met een her?
Ik wil niet het hart onder de pen
met terugkerende trekkereenheden
en telkens ronkende retoriek,
is het tijd om landerig te luisteren
en te kijken; `Op bezoek bij de koe.'
begonnen met balletje trappen
op een terrein bij het terras
van hotel Het Amelink: 1885!
Vijftien doelpunten in die eerste
Wanneer je er naar toe loopt
Groeit hij groot als torenflat
Overal stoot je je ogen
Aan onze Langevinger
guur en grijs liggen op de baar.
Knoppen kieren, katjes stuiven,
nog even en de hemelse vlucht
van de veldleeuwerik is terug.
in de wijk De Bolhaar gaan
twee moeders en drie kinderen
met mijn buren veilig wandelen,
zonder hun mannen, hun vaders.
geklonken aan de donder van de burger
en vandaag is er het nekvel van partijen
om weer eens innig vast te grijpen!
Ja, jij mag jouw partij,
en klein is groot gaan doen.
Ooit was alles wat het oog
vanaf de berg zag: Lonneker!
Met uitzondering van een
feest meer waren.
Na de tranen
geluidloos leeg
gelaten bij elkaar
Hij was geen edelman,
maar wel een soort burgemeester
die uit de Middeleeuwen voortkwam.
De heemraden waren zijn wethouders.
een stad te willen zijn. Een wijk
begint met kraamschudden, buren,
een praatje, gezamenlijke schooluren,
dansles, uitgaan, voetbal, verhalen.
uit de hemel gegomd, gebromd.
Maar gebleven is een hunkering
naar een roep, licht in het tijdsverloop.
Zondag mag het weer; `n oaln roop!
Dat geldt voor iedereen
en voor een villawijk die
tussen '45 en 65' is gebouwd.
Uiterlijk is niet belangrijk,
weg van een schermpje, je verrijken?
Om vuur uit water te slaan,
afstand in ontmoeting over te laten gaan?
Loop dan in de WAK even op
waar keffers worden uitgelaten
maakt een dichter de pis niet lauw!
Licht leunt er loom tegen vrijstaand.
De nieuwe gegoeden verdwijnen
in de gang van het stadhuis
en je zult daar niet worden vervangen
zoals de generaties van ons vorstenhuis.
En natuurlijk zijn er de verhalen, de ruis
zit leergier gebogen en gebald.
Schappers scheppen er weten
van pi tot het naadje van nano,
zijn herkenbaar aan het tik-eelt
een woest veld ging verstenen.
Wesselwönner werd omarmd
in een wijk die was gepland.
Nu kom je er, door onder
windveren. Soms wit, soms grijs,
soms zwart. Van links naar rechts
of overdwars.
Hun schaduwen raken de aarde aan,
en je trekt ze hier uit de voegen.
Als de kroketten van de De Muur.
Bijna alles is van na de brand.
De stad van voor die datum
Peter koos voor Groningse luchten
Jan kennen we van ramp en babbel
En Ko? Die sloopte textielburchten
Dirk zijn we compleet vergeten
op dit langwerpige
blikveld tussen krantrand
en kolomlijn over Eanske
= Enschede in ’t hiernumaals,
waar lang op werd getrapt
waren ooit straten met winkels,
waar na het vallen van de pijpen,
het vallen van de nacht,