Gedichten van Dick Schlüter

Hemelgewemel

Soms zijn het flarden, vegen, 
windveren. Soms wit, soms grijs, 
soms zwart. Van links naar rechts
of overdwars.

Hun schaduwen raken de aarde aan,
blijven samen komen en gaan.
Blijven nooit hetzelfde
in hun hemelbaan.

Hoog in de wind 
of laag bij de grond, vol, sliertig
of dun, altijd in beweging: wolken,
(on)waarheden, klimaat, herinneringen.

Ik denk aan de bakstenen staken
die in mijn pa zijn hemel roetrook
braakten, een smoezelige horizon
van de stad hebben verlaten.

Ik denk aan de huizen voor God
waar thans bier wordt gebrouwen,
meubelen worden verkocht,
gezang en wierook vervlogen zijn.

Na kerktorens en fabriekspijpen
is er nu hoger,  hoger dan ooit, 
een nieuwerwets verschiet
dat zalig wenkt en wiekt.

Hemelvingers worden (vermanend?)
in grote getale door onze buren
geheven, altijd al zeer bedreven in
`t trekken of overschrijden van grenzen.

Aan onze kant zijn de eerste drie
op de lange, lange baan geschoven.
Een geloof, dat je klimaat binnen
of buiten de perken kunt houden?

Soms stapelen zich naast meningen,
de feiten. Niet wit, niet grijs,
niet zwart. Niet links of rechts
of overdwars.

9e Stadsdichter van Enschede

Dick Schlüter

Dick Schlüter