in de buurt waar de provincies
tot straten zijn gekrompen
leerden we terloops
wat verdwalen echt betekent
de platgewalste portiekflat
is nu fundering voor iets nieuws
en waar honderd balkons
hun schaduwen wierpen
is de route vandaag van stoepkrijt
als studenten keerden we hier
bedwelmd vanuit het centrum
dwars door de slaap
van anderen terug
helder was de ochtend nooit
maar we wisten nog net
hoe de nacht was verlengd
op Intratuinstoelen
met merkloze pinten
die we kregen van dolers
uit broeiende oorden
hoe brouw je in godsnaam
een ode aan jou
uit afvalcontainers
verwilderde tuintjes
huisraad op tegels
en blauw in het duister
een zwaailicht of twee
je bent geweken voor een wijk
die je toedekt met de trots
van een eerste groep bewoners
je wordt herinnerd door het dna
dat diep onder de stenen zit
en weet hoe al het lelijke
eruitzag zag aan het
begin van de rit
en we eindigen de hoogmis
we raken slechts de weg kwijt
als achter ons een thuis is
Jos Eertink